Kantoortuinier

Het woord ‘kantoor’ lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. Net als een aantal afgeleiden als kantoorbediende, kantoorboekhandel, kantoorjas, kantoorklerk, kantoorkruk en kantoorpik (staat echt in het woordenboek!) die al eerder slachtoffer werden van de kantoortijdgeest. 

Bijna niemand durft nog te zeggen dat ie ‘op kantoor zit’. Zelfs gemeenteambtenaren niet. ‘Office’ rolt tegenwoordig heel wat gemakkelijker uit de monden van vele kantoorpikkies. VerEngelsing als gevolg van de globalisering. Was noodzakelijk volgens menig arbeidsdeskundige, psycholoog (én spycholoog) of HR-specialist. We moeten namelijk mee in de economische vaart der volkeren. Daarnaast bedacht men dat die veelal swingende Engelse benamingen goed zijn voor ons zelfbeeld. Inhoudelijk veranderde er vaak minder dan de functienaam beloofde…

Te midden van al die verEngelsing dook, al decennia geleden, echter plots het oer-Nederlandse woord ‘kantoortuin’ op. Niks ‘officegarden’ of zoiets, nee…kantoortuin. Daar zou het ‘nieuwe werken’ plaatsvinden, zouden werknemers geïnspireerd raken door elkaar en de uitwisseling van ideeën optimaal tot bloei komen. Ooit voerden onderwijsspecialisten rigoureus het studiehuis in op middelbare scholen. Iedereen werd over één kam geschoren, terwijl vele leerlingen aantoonbaar niet zelfstandig genoeg waren voor dat systeem. De kantoortuin veroorzaakte iets vergelijkbaars: veel werknemers…eh…employees kwamen juist níet tot ontplooiing in dergelijke ‘onrustige’ omgevingen.
Wat velen allang wisten moest uiteindelijk door ‘workplace consultants’ aan werkgevers worden doorgebriefd. Geholpen door de bewering dat Covid-19 de kantoortuinen de nek zou hebben omgedraaid. De pandemie zorgde er namelijk voor dat er massaal thuisgewerkt moest worden. Dat bleek nogal wat thuiswerkers erg goed te bevallen. Staken ze niet onder stoelen of banken. De afschuw van kantoortuinen werd duidelijk zichtbaar. Gevolg: een aantal ‘specialisten’ riep thuiswerken al jubelend uit tot nieuwe werknorm. Inmiddels is duidelijk geworden dat…en daar heb je het weer…thuiswerken lang niet voor iederéén geschikt is. Je moet er het type voor zijn (zie studiehuis). En wat als je bijvoorbeeld nog in de kleine kinderen zit?

Goede werkgevers zorgen voor balans tussen verschillende typen werkplekken (weer met muren ertussen bijvoorbeeld) en de verhoudingen tussen thuiswerken en op kantoor werken. Daarbij wordt goed gekeken naar de verschíllen tussen werknemers. Hun kwaliteiten, ambities en vooral…werkplezierbeleving.

Wie toch vast wil blijven houden aan kantoortuinen doet er goed aan een effectieve officegardenlandscaper in te huren, oftewel kantoortuinier… Ik wens u een ondernemend, inspirerend, maar vooral gezondblijvend 2021 toe!

Dit verhaal verscheen eerder in Bedrijvig Meierijstad.