Eugène van Bouwdijk Bastiaanse en zijn hond voor Huis Zwanenburg.
Eugène van Bouwdijk Bastiaanse en zijn hond voor Huis Zwanenburg. Foto:

Boek over Huis Zwanenburg: van vakantiehuis tot onderduikadres

Algemeen 1.260 keer gelezen

HEESWIJK-DINTHER | Huis Zwanenburg is een landgoed tussen Veghel en Dinther. De imposante oprijlaan en de ligging langs de Aa maken het tot een bijzondere plek. Bovendien heeft Zwanenburg een rijke historie. Genoeg ingrediënten voor een boek vond de Vereniging Vrienden van Brabantse Kastelen. Eigenaar van het landgoed Eugène van Bouwdijk Bastiaanse (70) schreef mee aan Huis Zwanenburg.

In alle drukte was Van Bouwdijk Bastiaanse de afspraak bijna vergeten. Per toeval komt hij de oprit oprijden. Hij stapt vertwijfeld uit zijn auto. “Help me even”, zegt hij. Na een korte introductie weet de landgoedeigenaar het weer. Hij opent de deuren van zijn monumentale pand, pakt het boek Huis Zwanenburg en gaat aan de keukentafel zitten. Van Bouwdijk Bastiaanse vertelt waarom hij het boek samen met Bas Aarts, Rob Gruben, Taco Hermans, Elle Klop en fotograaf Sanne van Rozendaal heeft gemaakt: “De geschiedenis van Zwanenburg was nog nooit opgeschreven. Er is heel veel over bekend en nu staat dat allemaal bij elkaar in een mooi boek.”


Huis Zwanenburg in Dinther. 

Jonkheer Josephus de Kuijper
Zwanenburg heeft een lange historie die teruggaat tot ongeveer 1300. In het bijna honderd pagina’s tellende boek komt deze geschiedenis uitgebreid aan bod. Er komen interessante dingen aan het licht, waarvan velen een link met Veghel hebben.
In 1997 werd Van Bouwdijk Bastiaanse eigenaar van Zwanenburg. Het landgoed is dan al jaren familie-eigendom. Van Bouwdijk Bastiaanse legt uit: “In 1835 werd het gekocht door mijn bet-bet-overgrootvader Jonkheer Josephus de Kuijper: erfsecretaris, burgemeester en notaris in Veghel. Hij kocht Zwanenburg voor 8050 gulden en gebruikte het als vakantiehuisje. Zelf woonde De Kuijper in het huidige Estivo-pand in Veghel.”

Onderduikadres
Het boek staat vol met oude verhalen, uiteraard allemaal op waarheid berust. Eén van de meest bijzondere verhalen dateert uit de Tweede Wereldoorlog. Ten tijde van de oorlog woonden de familie Van Boetzelaer op Zwanenburg. Zij huurden het landgoed van de grootouders van Eugène. “Vanaf 1942 hebben er tot aan de bevrijding vier Joden ondergedoken gezeten op Zwanenburg. Eén van hen was Dini Oppenheimer-Frank (voor zover bekend geen familie van – red.). Zij is na de oorlog naar Amerika verhuisd en schreef het boek My Story”, vertelt Van Bouwdijk Bastiaanse.


Eugène van Bouwdijk Bastiaanse en zijn hond voor Huis Zwanenburg.

Rutger, de oudste zoon van de Van Boetzelaers, zat enkele jaren voor de oorlog op de HBS in ’s-Hertogenbosch. Daar leerde hij de uit Veghel afkomstige joodse Nico Wolf kennen. Wolf was vaak op bezoek bij de familie Van Boetzelaer. “Tijdens een van die bezoeken vroeg Nico aan Ursule, de vrouw des huizes, of ze bereid waren om Joden als onderduikers op te nemen. Zij stemde daarmee in en dacht dat het voor Nico zelf was. Dat was echter niet het geval. Nico weigerde uit principiële overwegingen onder te duiken. Dat moest hij uiteindelijk met de dood bekopen. Nico meldde zich vrijwillig bij Kamp Westerbork. Hij is vermoedelijk in maart 1944 in een concentratiekamp in Duitsland gestorven.”

Vals persoonsbewijs
Toch hebben vier Joden ondergedoken gezeten op Zwanenburg. Eén van hen was dus Dini Frank. Zij was een bekende van Nico en zodoende kwam de Amsterdamse in Dinther terecht. Van Bouwdijk Bastiaanse vervolgt: “Toch was het een vriend van haar, de joodse schrijver Leonard de Vries, die als eerste in Dinther terechtkwam. Van Dini had hij het adres van Nico in Veghel gekregen. Toen De Vries daar arriveerde kreeg hij van Nico de opdracht om langs de Aa van Veghel naar Dinther te lopen. Hij zou dan een oud wit huis tegenkomen waar betrouwbare mensen woonden. Zo kwam Leonard de Vries bij de Van Boetzelaers op Zwanenburg aan.” De volgende die de reis van Amsterdam naar Dinther maakte was Dini zelf. Met een vals persoonsbewijs arriveerde ze per trein op 7 september 1942 in Veghel. Ze werd in het donker opgehaald door Rutger en zijn jongere broertje Zeger.


De aankondiging van de veiling van Landgoed Zwanenbrug in 1835. 

Dini’s moeder en broer Rudy werden op 28 mei 1943 opgehaald in Amsterdam door Otto van Boetzelaer. Er waren maar een paar mensen die wisten van de schuilplaats. Eén daarvan was de toen pas 16-jarige Toos van Vugt. “Zij was de inwonende hulp. Net als de familie Van Boetzelaer mag Toos worden gezien als een held. Ze heeft, net als Otto en Ursule, de Yad Vashem-onderscheiding gekregen voor de hulp aan Joodse onderduikers.” Na de oorlog verhuisden Otto en Ursule naar hun familielandgoed Eyckenstein in Maartensdijk.

Familie  
Van Bouwdijk Bastiaanse vertelt vol overgave wie er vervolgens allemaal op Zwanenburg gewoond hebben. Uiteindelijk komt hij uit in 1960. Het jaar waarin zijn vader Eugène senior en moeder Louky hun intrek in het landgoed namen. Het gezin bestond toen uit vier kinderen: Maria, Frans, Suzanne en Eugène zelf. Later kwam daar Maurits nog bij. Eugène sr. schonk Zwanenburg eind 1997 aan zijn vijf kinderen, waarbij Eugène jr. het op dezelfde dag overnam van zijn broers en zusjes. Sindsdien woont hij, als zesde generatie, op Zwanenburg. Eugène heeft drie kinderen. “Het is zeker de bedoeling dat Zwanenburg in de familie blijft. De mogelijkheden daartoe worden de komende jaren onderzocht”, besluit de 70-jarige landgoedeigenaar.

Boekpresentatie
De boekpresentatie is zaterdag 11 mei om 14.30 uur op Zwanenburg. Aanmelden kan hier. Daarna is het boek onder andere te koop bij Schellen in Veghel, Paperpoint in Heeswijk-Dinther en in de winkel van de Abdij van Berne. Het boekwerk kost 16.50 euro.

Vlnr: Dini Frank, Rutger van Boetzelaer en Toos van Vugt voor Zwanenburg in juni 1944.
Afbeelding
Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant