
Zwijsen-icoon Rini Kerstens: ‘Veel mensen kijken met een goed gevoel terug op hun Zwijsentijd’
Interview 3.174 keer gelezenVEGHEL/ERP | Het Zwijsen College bestaat op 14 september 75 jaar. Oud-onderbouwconrector en biologieleraar Rini Kerstens uit Erp maakte de school van dichtbij mee. Hij zat er 6 jaar op school en was er 42 jaar werkzaam.
Alsof het toeval ermee speelt wordt Kerstens op de dag van de grote Zwijsenreünie (zaterdag 30 september) 75 jaar. “Dat is een coïncidentie waar ik geen invloed op heb gehad”, lacht hij. Het Zwijsen College speelt een belangrijke rol in het leven van Kerstens. Hij zat er eerst zelf op school en daarna heeft hij er 42 jaar gewerkt als onderbouwconrector en als bevlogen leraar. “Ik ben op de allereerste plaats biologieleraar. Zo ben ik begonnen. Na een aantal jaar ben ik op mijn 27ste onderbouwconrector geworden. Dat is relatief jong. Veel leraren waren mijn oud-docenten dus dat was wel heftig. Met terugwerkende kracht weet ik dat de combinatie van beide functies de juiste was. Ik had dat heden ten dage niet anders gedaan. Doordat ik voor de klas stond hield ik voeling met de leerlingen, de werkvloer en ik kon de zuchten van collega’s beter begrijpen. Ik wilde niet functioneren vanuit een ivoren toren.”
Rini Kerstens wordt op de dag van de grote Zwijsenreünie 75 jaar.
Als onderbouwconrector en biologieleraar heeft Kerstens duizenden kinderen zien passeren. Hij kende ze bijna allemaal van naam. Hij vervolgt: “In mei/juni werden de nieuwe brugklassers uitgenodigd voor een kennismaking. Er werden toen meteen pasfoto’s gemaakt. Deze foto’s nam ik mee naar huis en de namen en bijbehorende gezichten leerde ik in de vakantie uit mijn hoofd. Daardoor kende ik veel leerlingen. Ik grossierde verder in de zogenaamde invallessen en bemoeide me met allerlei activiteiten zoals brugklaskampen, casinoavonden en andere festiviteiten. Zo leerde ik veel kinderen kennen.”
Vuurdoop
Kerstens is in 1969 het onderwijs ingerold toen er op de pedagogische academie Havo-top bij de zusters Franciscanessen in de Deken van Miertstraat een plekje vrijkwam. De Erpenaar had zijn studie Biologie toen nog niet helemaal afgerond. Hij legt uit: “Ik wilde graag het onderwijs in. Mijn vader zat in het onderwijs, maar waarschuwde me wel: ‘Als het je ligt is het een geweldig beroep, maar als het je niet ligt ga je kapot. Dus hij raadde me aan om het gewoon te gaan proberen. Ik zou er snel genoeg achter komen of het onderwijs iets voor me was. Ik solliciteerde bij zuster Gijsbertini en werd aangenomen.” De dan 19-jarige Kerstens werd meteen voor de leeuwen gegooid. Hij kreeg in de eerste twee jaar de vierde en vijfde klassen onder zijn hoede. Kerstens vervolgt: “Dat was een aardige vuurdoop. Alle leerlingen op de Havo-top hadden namelijk daarvoor al de Mavo afgerond en waren dus bijna net zo oud als ik. Het was een boeiende tijd.”
Kerstens zat 6 jaar op het Zwijsen College en was er 42 jaar werkzaam.
Na twee jaar maakte Kerstens de overstap naar het Zwijsen College. “Ze zochten een docent biologie. Ik heb in het tweede jaar al wat uren gemaakt op het Zwijsen. Op een gegeven moment stapte ik helemaal over. Door schade en schande ben ik wijzer geworden. De liefde voor het vak is in ieder geval nooit meer weggegaan.”
‘Maak de grote school klein’
In de tijd van Kerstens kreeg het Zwijsen de naam een fabriek te zijn. “Dat klinkt negatief, maar zo zie ik het niet. Een goede fabriek, daar is niets tegen. We hebben geprobeerd om de school klein te maken. Herkenbaar. Persoonlijk. Familiair. En dat alles in een sfeer die deugt. Ik heb me dat altijd heel erg aangetrokken. Maak de grote school klein, dat was mijn adagium. We hebben dat op het Zwijsen op verschillende manieren geprobeerd te bewerkstelligen. Denk aan een burgklasconcert, introductieweken, studielessen, huisbezoeken, ouderavonden en goed contact met de basisscholen. Ik denk dat ondanks de grootte van de school, zo’n 1500 tot 1800 leerlingen, veruit de meeste kinderen zich thuis hebben gevoeld op het Zwijsen.”
De reünie is in het schoolgebouw op het Prins Willem Alexander Sportpark in Veghel.
Bloedhekel
De Erpenaar heeft veel veranderingen meegemaakt. Zo speelde in het begin van Kerstens’ carrière het geloof nog een belangrijke rol. “De jongens en meisjes gingen apart van elkaar op brugklaskamp en tijdens het kamp werd er standaard een eucharistieviering gehouden.” Verder zag Kerstens het bestuur van de school veranderen van een platte structuur naar een meer hiërarchische-variant. “Tot op de dag van vandaag zie ik nadelen van het nieuwe systeem. Er zijn een heleboel managementfuncties bijgekomen. Daar zullen allerlei gedachten en motieven voor zijn, maar het persoonlijke is daardoor wel wat verdwenen. Ik wil niet zeggen dat vroeger alles beter was, maar als ik met terugwerkende kracht terugdenk aan die tijd, dan denk ik dat we weinig fout hebben gedaan. Veel oud-leerlingen zijn op het Zwijsen teruggekeerd als docent. Dat doe je niet als je een bloedhekel aan de school hebt.”
Regiofunctie
De Veghelse middelbare school heeft altijd een regiofunctie gehad. Kerstens: “In het begin hadden we leerlingen uit de voormalige gemeente Veghel, maar ook uit Sint-Oedenrode, Schijndel, Gemert, Heeswijk-Dinther en zelfs Uden. Het Kruisheren College was toen nog een internaat. Er zijn scholen bijgekomen dus het wervingsgebied van het Zwijsen is afgenomen. Maar het is nooit een Veghelse school geweest. Het Zwijsen College gaat ver over de Veghelse dorpsgrenzen heen.”
Volgens Kerstens zijn de leerlingen niet zozeer veranderd, maar wel de wereld om hen heen. Alles is tegenwoordig digitaal en de leerlingen van nu zitten veel aan hun laptop en telefoon gekluisterd. “Daarnaast zijn de ouders een stuk veeleisender geworden. Ze zitten er bovenop. Leraren worden ter verantwoording geroepen. Wanneer een kind een laag cijfer haalt, begint het oudergesprek met: ‘Meneer wat denkt u daaraan te doen?’ de wedervraag van de docent is dan: ‘Wat denkt uw zoon eraan te doen?’. Dat was vroeger ondenkbaar. Het aanzien van de leraar is afgenomen. Vroeger waren de burgemeester, dokter, pastoor en docent heilig. Ze stonden op een voetstuk. Dat is inmiddels allang niet meer zo. Maatschappelijk bestaat de hiërarchische structuur niet meer. Voor een deel is dat goed. De ivoren toren is verdwenen, maar een zekere afstand moet er wel zijn. De docent van nu is geen autoriteit meer in de zin van deskundige. En dat laatste is geen goede ontwikkeling”, vindt Kerstens.
Kalverenstal
In al die jaren op het Zwijsen College heeft Kerstens van alles meegemaakt. Hoogtepunten waren onder andere de reünies/lustra. Hij legt uit: “Wij vonden dat elke generatie één groot feest moest meemaken. De Rome-reizen wil ik ook graag noemen. Van veertien dagen kamperen tot later een achtdaagse vliegreis. Het waren mooie reizen.” Dieptepunten waren er ook. Daarbij denkt Kerstens meteen aan het verlies van collega’s en leerlingen. “Dat zijn zwarte bladzijden die je nooit vergeet. Het geeft wel aan hoe hecht de band op school is.”
Rini Kerstens in de nieuwe school.
Al met al blikt Kerstens terug op een mooie Zwijsen-tijd. “Het was boeiend, warm en intens. Het is oneerlijk om mijn tijd als ideaalbeeld weg te zetten, want wat we in die tijd deden dat kan nu niet meer. Zo sliepen we tijdens het brugklaskamp in een kalverenstal zonder douche. Tijden zijn veranderd. Ik weet zeker dat er heel veel mensen met een goed gevoel terugkijken op hun Zwijsentijd. Dat is heel waardevol”, besluit hij.
Gastles
Het organisatiecomité achter de grote Zwijsenreünie heeft Rini Kerstens weten te charteren voor het geven ven een gastles. “Ik ga daar nog niet te veel over zeggen. De titel van de les is: Bio-Taal.” Het zal, Kerstens een beetje kennende, een enerverende les worden. Op zaterdag 30 september is de gastles van Kerstens en die van talloze (ex)-collega’s gratis te bezoeken.
Oud-medewerkers en -leerlingen kunnen zich aanmelden voor de reünie in de avond via: www.visitorcontrol.com/zwijsen-college-reunie/nl/1976. De entree bedraagt 20 euro, inclusief twee consumpties.




